Het idee dat we in uitzonderlijke tijden leven is wijdverbreid. En dan heb ik het niet over het virus van de laatste paar maanden maar over technologische ontwikkeling. Al jaren roepen keynote speakers dat er nog nooit zoveel veranderd is in zo’n korte tijd. Ze schieten in de hoogste versnelling als het erop aankomt de huidige tijd te duiden. Volgens futurist Ray Kurzweil gaan we in de komende eeuw niet 100 jaar vooruit maar wel 20.000 jaar. De oorzaak: het exponentiële karakter van technologische ontwikkelingen.
In de Corona-crisis hebben we van dichtbij ervaren dat exponentiële groei ook een forse bedreiging kan zijn: cijfers die elke vijf dagen verdubbelen kunnen binnen anderhalve maand tot een onbeheersbare crisis leiden. Wat we ook hebben kunnen zien is dat we daar psychologisch niet goed mee overweg kunnen. De vorm van een exponentiële curve legt ons in de luren: in eerste instantie denken we ‘als dit alles is…’ en we halen onze schouders op, korte tijd later worden we verrast door een groeitempo wat nauwelijks meer is bij te benen.
Complexe dilemma’s
Zo’n exponentiële curve is het logische gevolg van een versnellende ‘feedback loop’: hoe meer mensen besmet zijn, hoe groter de besmettingskans, hoe meer mensen besmet raken, etcetera. Maar dat is lang niet de enige vorm van feedback die in deze crisis een rol speelt: op allerlei niveaus vindt een ingewikkelde wisselwerking plaats tussen het virus zelf, de aanpak ervan en het gedrag van het publiek. Dat levert aan de lopende band lastige dilemma’s op:
- Worden mensen onvoorzichtiger als ze mondkapjes dragen? Wat betekent dat voor het risico op verspreiding?
- Moet zorgpersoneel met ziekteverschijnselen doorwerken omdat anders de druk op de zorg te groot wordt? Of moeten ze thuisblijven om de kans op verspreiding onder kwetsbare patiënten zo klein mogelijk te maken?
- Wat is effectiever: een strenge maatregel waar veel mensen moeite mee hebben of een minder strenge die desnoods een paar maanden vol te houden is?
Kortom: we hebben te maken met een omvangrijk web van factoren die elkaar beïnvloeden. Wat er in zo’n web gebeurt is ontzettend lastig te voorspellen. Standaard als-dan-redeneringen schieten tekort. Maatregelen die vanzelf lijken te spreken hebben vaak onverwachte en averechtse gevolgen. Informatie ontbreekt, komt pas later (te laat?) beschikbaar of is op meerdere manieren te interpreteren.
Wicked problems
Dat maakt de aanpak van het Coronavirus tot een wicked problem: een probleem dat lastig op te lossen is door onvolledige of tegenstrijdige informatie en een complex samenspel van een groot aantal factoren.
Onze standaard methode om problemen op te lossen gaat uit van de feiten, bakent een probleem af en knipt het in kleinere stukjes die afzonderlijk kunnen worden opgelost. Bij wicked problems gaat het op al die onderdelen mis.
Politici worstelen daarmee. Ze zijn gewend een probleem op te splitsen in deelterreinen en de verantwoordelijkheden te delegeren. Maar de complexiteit ontstaat juist uit de wisselwerking tussen die deelgebieden. En dus zit de structuur met departementen en vakministers al snel in de weg: zie daar de aanleiding voor de creatie van allerlei nieuwe overlegstructuren in de afgelopen tijd.
Wat ik een fascinerende vraag vind is wat we kunnen leren van onze aanpak van het Coronavirus en hoe we dat kunnen toepassen op andere wicked problems die we als mensheid op ons bord hebben liggen – het klimaatvraagstuk bijvoorbeeld. Waar schieten onze standaard oplossingsstrategieën tekort? Hoe kunnen we die strategieën verder ontwikkelen zodat ze beter toepasbaar zijn op onoverzichtelijke, complexe of snel evoluerende situaties?
Leverage points: welke interventies zijn effectief?
Interessant in dat verband is het vakgebied systems thinking dat zich bezighoudt met de vraag hoe je grip krijgt op systemen waarin een groot aantal componenten elkaar onderling beïnvloeden. Een van de principes hierin is het idee van leverage points: punten waar je kunt ingrijpen in een systeem en waar een hefboomeffect optreedt zodat kleine shifts in één onderdeel grote veranderingen in het systeem als geheel tot gevolg hebben.
Ik denk dat een beter begrip van dergelijke principes van grote waarde kan zijn bij de aanpak van de uitdagingen waar we voor staan. Misschien dat we dan bij een volgend wicked problem beter weten waar de grenzen liggen van ons probleemoplossend vermogen en hoe we daarmee om kunnen gaan.
En wellicht is het zinvol met die bril ook eens te kijken naar exponentiële ontwikkelingen in de technologische wereld: welke wisselwerkingen treden daar op en wat zijn de (onvoorziene) consequenties? Hoe zorgen we dat ons vermogen om technologie te begrijpen en te beheersen minstens zo hard groeit als die technologie zelf?